De allereerste echte gameconsole bij ons thuis was de Nintendo Entertainment System. Het was de ‘Action Pack’ variant met twee controllers en de fameuze oranje (Europese) Zapper. De NES stond op de slaapkamer van mijn ouders, zodat ze de speeltijden van mijn jongere broer en mij in de gaten konden houden. Tegenwoordig staat hij op mijn zolder, aangesloten aan een kleine televisie.
In de wintermaanden zit ik geregeld weggefrommeld in een grote zwarte zitzak, op een donkere zolder die alleen verlicht wordt door die kleine televisie. Één van mijn favoriete games:
Bucky O’Hare van Konami
Bucky O’Hare is een groene(!) haas. Hij is kapitein van de Righteous Indignation, een ruimteschip waar hij met zijn crew door een parallel universum (The Aniverse) reist. Daar woedt een oorlog tussen zoogdieren, de United Animals Federation en de amfibieën van de Toad Empire die gehersenspoeld zijn door een gigantisch computersysteem genaamd KOMPLEX.
Van dit verhaal, van origine een indie-comic, werd in 1991 een tekenfilmserie geproduceerd in navolging van de welbekende Teenage Mutant Ninja Turtles.
Bucky O’Hare bleek helaas niet zo populair als TMNT. Wellicht dat men moe was van pratende antropomorfische dieren, of dat een groene haas in een parallel universum vol parodie op de toenmalige maatschappij net één stap te ver was. De tekenfilmreeks telt slechts 13 afleveringen die je tegenwoordig gelukkig kunt terugvinden op DVD.
Bucky O’Hare voor de NES kwam uit in 1992 toen de Super Nintendo al een tijdje uit was. Een vreemde timing voor uitgever Konami, omdat de tekenfilmserie al gestopt was en de Super Nintendo intens populair was. Konami dacht hetzelfde succes te behalen als wat ze hadden behaald met hun andere licenties zoals TMNT en The Simpsons en bracht het spel toch nog uit op de NES.
Het spel werd daarom helaas grotendeels genegeerd door spelers toen het uitkwam, ondanks de redelijk goede kritieken die het toen kreeg. Jaren later werd het één van de meest gezochte spellen in de retrogaming community en komt het spel veelvuldig voor op Top 10 lijstjes.
Bucky O’Hare is een action-platformer die veel weg heeft van Mega-Man
Bucky moet zijn crew redden van vier verschillende planeten die ieder een eigen thema hebben. In herkenbare old-skool gamestijl zijn dat een groene planeet (bossen), blauwe planeet (ijs), een rode planeet (vuur) en een gele planeet (woestijn).
Vergelijkbaar met Mega Man’s ‘level select’ kies je de planeet die je wil bezoeken. Op iedere planeet kun je een crewlid redden die ook weer zijn eigen ‘special ability’ heeft.
- Jenny, een kat, heeft een laser en een ‘charge attack’ die je kan besturen naar een vijandelijke doel.
- Deadeye, een pirateneend met vier(!) armen en maar één oog, heeft een ‘spread shot’ met een korte afstand en kan tegen muren op klimmen. Zoals eenden wel vaker doen, toch?
- Blinky is een robotje die in een boog projectielen afschiet die rotsen en ijs kunnen breken.
- Als laatste Willy, de enige mens in het Aniverse, die een groot kanon heeft waar je een sterkere ‘charge shot’ mee kan maken.
Bucky zelf heeft een ‘straight-shot’, vergelijkbaar met die van Mega Man, en hij kan opladen om extra hoog te springen. (Voor de puristen onder ons die zich afvragen waar het karakter van Bruiser gebleven is: die heeft de game niet gehaald, helaas. Wat hij precies verkeerd heeft gedaan om dit te verdienen is mij niet duidelijk.)
De planeten zijn in iedere willekeurige volgorde te spelen, alhoewel je zult merken dat het soms handig is om een volgorde aan te houden. Ik koos bijvoorbeeld altijd om Willy als eerst te redden, omdat zijn ‘charge-shot’ goed te gebruiken is tegen de eindbaas van de Blauwe Planeet. Deze heeft behoorlijk wat hits nodig en hij tilt je steeds verder op richting van die ‘instant-death’ stekels aan het plafond.
Zodra je een crewlid hebt gered dan kun je hem wanneer je wil kiezen tijdens het spel met de select-knop.
Als je alle planeten hebt bezocht en je crew compleet is dan wordt de Righteous Indignation opgeslokt door een gigantisch Toad-schip en zul je je crew NOGMAALS moeten redden als Bucky, en ze vervolgens zelfs verslaan nadat ze zijn gehersenspoeld door KOMPLEX.
Er zijn diverse powerups te vinden gedurende het spel. Een ‘L’ die je levensbalk langer maakt en een ‘P’ die er voor zorgt dat je laadbalk langer wordt zodat je je ‘special ability’ langer kunt gebruiken. En geloof me, die ga je nodig hebben.
De moeilijkheidsgraad is berucht.
Ik weet nog dat een maatje van mij toentertijd zijn wachtwoorden gaf, zodat ik direct naar het Toad-schip kon gaan. Uiteraard raakte ik dat blaadje al snel kwijt en moest ik alsnog het spel op eigen kracht uitspelen. Er zijn ‘continues’ te over en dat is zeer handig omdat veelal trial & error is. Als je snel gefrustreerd bent met games, beware, er zitten levels die echt behoorlijk pittig zijn. Omdat de levels zo goed in elkaar zitten blijf je spelen om te zien wat er op het volgende veld te vinden is en blijf je nieuwe manieren proberen om levend naar het volgende onderdeel te komen. Qua gameplay en leveldesign is dit echt een topper. Je zult geregeld mechanics tegenkomen die je van andere spellen zult herkennen, zoals bijvoorbeeld verdwijnende platformen.
De muziek van Tomoko Sumiyama is echt fantastisch. Geregeld word ik wakker met een deuntje uit dit spel in mijn hoofd. Zoals ‘Journey to Silius’, ‘Metal Storm’ of uiteraard Mega Man heeft dit spel briljante muziek. Gelukkig is er wat nog wat van op Youtube te vinden.
Dan nu het slechte nieuws. Het spel is behoorlijk zeldzaam geworden en als je alleen al de cartridge wil hebben dan zul je echt je portemonnee gaan trekken. Ik heb hem toentertijd gekocht in Duitsland en ben door de jaren heen het doosje kwijtgeraakt. Erg jammer, want alleen de cartridge gaat al voor rond de €100 euro weg. De goedkoopste manier om dit spel te spelen is met een ROM en ik kan het zeker aanraden.
If you die, just try again.
Dit artikel werd geschreven door Simon Claassen.
www.simonclaassen.nl