**Spoilers dus!**
Ik was blij verrast toen ik hoorde van een vierde seizoen van Black Mirror. Zelden heeft een tv-serie me zo geraakt als deze. Het gaf me kippenvel en zette me aan het denken over dingen als bewustzijn, kunstmatige intelligentie en kuddegedrag. Kortom: het gaf me meer voldoening dan kijken naar zes mensen die de halve dag samen koffie drinken en een gelukkiger leven hebben dan ik.
Prikkel
De eerste drie seizoenen waren afwisselend. Sommige episodes raakten het diepste puntje van mijn ziel (White Bear) en anderen vond ik helemaal niks (Nosedive). Toch hadden ze allemaal een bepaalde prikkel die bleef hangen. Soms als een liedje in je hoofd, soms als een verrekte spier in je nek.
Die prikkel miste seizoen vier. Natuurlijk, morele dilemma’s en technologische snufjes zat. Maar waar wat ik echt miste was dat ene moment, waarop alles wat je dacht te weten, ineens onzin bleek te zijn. Dat je de persoon waarmee je de halve aflevering lang meeleeft, ineens intens haat. Of die ene uitvinding, die je in het begin hoop geeft in de toekomst, aan het eind van de aflevering onze ondergang zal blijken. Daar zagen we in het vierde seizoen maar weinig van terug.
Half-half
Bij drie afleveringen in het bijzonder was ik behoorlijk teleurgesteld. Ze gingen lang niet zo diep als in de andere seizoenen en dat is jammer. In Arkangel was bijvoorbeeld het vraagstuk ‘Wat gebeurt er als je een kind opvoedt zonder stressoren?’ best een mooi thema geweest. Helaas wordt er nauwelijks gezocht naar een antwoord. De dochter lijkt zich heel normaal te ontwikkelen. Dat ze tijdens de confrontatie met haar moeder verder gaat dan ze had gewild door het visuele filter, laat niet zien hoe dit filter haar psyche heeft beïnvloed. Maar wat deze episode echt verpest is wel de 22-jarige actrice die een meisje van 15 moet voorstellen.
Metalhead was mij een raadsel. Het zwart-witte filmwerk komt op mij over als niet meer dan een poging tot een artistiek laagje om het geheel interessanter te doen lijken. Hoewel de setting prima past in de Black Mirror-wereld, had het verhaal geen boodschap, geen punt. De mensheid wordt systematisch uitgeroeid door robotische honden (die ongetwijfeld gebaseerd zijn op die van BostonDynamics, jep, ze zijn er al) maar meer achtergrond kregen we niet. De aanpak van de hoofdpersoon slaat als een politicus op een varken. Eigenlijk is het vreemd dat dit de eerste episode is die zich volledig in een post-apocalyptische setting afspeelt. Als schrijver Charlie Brooker ergens goed in is, dan is het in het verzinnen van manieren waarop de mensheid zichzelf zal verwoesten. Metalhead is daarin niet meer dan een ‘Iedereen dood, einde.’
En dan de spuuglelijke, groene olifant in de kamer: Crocodile. Wat een ellende was dit. Zelfs als een soort psychologische thriller was Mia Nolan’s moordpartij een matig verhaal. Er is geen enkel personage om bij mee te leven. Dit maakt de ravage die de hoofdpersoon aanricht totaal onnavolgbaar, en geeft haar het niveau van het soort persoon dat als eerste omkomt in een horrorfilm omdat hij ‘gaat kijken wat dat voor geluid was, daar in die donkere kelder’. En dan de clou. Die had kunnen zijn: ‘Mia Nolan komt weg met meervoudige moord na het bloederig uitwissen van haar sporen, maar ziet op het nieuws dat ze de baby voor niets heeft gedood omdat deze blind geboren was, en is voorgoed verknipt.’ Maar nee, ze gingen voor: De cavia was ooggetuige, nu is ze erbij!
Eind goed, al goed
Toegegeven, episode één, vier en zes maakten veel goed. USS Callister was een briljante verwijzing naar Star Trek en aanverwante series, maar dan met de zieke twist die we van Black Mirror mogen verwachten. Toch, de episode gaat niet veel dieper in op thema’s als digitaal bewustzijn dan we bijvoorbeeld in White Christmas (die ene in dat hutje in de sneeuw) of Playtime (met die man die meedoet aan een VR-game experiment meedoet) al zagen.
Hang the DJ, waarin het daten van de toekomst wordt weergegeven als een programma waarbij je wordt gekoppeld door een computersysteem dat uiteindelijk je ideale partner berekent, gaf hetzelfde gevoel dat ik had na San Junipero. Beide afleveringen draaien rond een liefdesrelatie, waarbij er tussen de acteurs ook nog eens flink wat knettert. Ze eindigen op een zeldzame, positieve noot. “Eind goed, goed al goed“, daar is Black Mirror zuinig mee, maar zo af en toe best nodig om je vertrouwen in de mensheid niet totaal te vernaggelen.
Verder hadden we natuurlijk de prachtige afsluiter, Black Museum. Deze episode was een verhaal dat eigenlijk bestond uit meerdere verhalen, in meerdere opzichten. We kregen een rondleiding door dit seizoen, en de seizoenen ervoor. Zo was er voor de oplettende kijkers een display waarin één van de dodelijke Drone-bijen uit Hated by the Nation ten toon werd gesteld, en op de achtergrond zagen we de befaamde kunstenaar uit de allereerste episode. De episode zelf moet het wel deels hebben van de raamvertelling. Het verhaal over de doorgedraaide dokter had trouwens makkelijk zijn eigen episode kunnen hebben. Een Halloween special, desnoods. Hoe dan ook, de good old plottwist was hier echt weer als vanouds.
Daarmee laat Black Mirror toch een fijne nasmaak achter. Begrijp me niet verkeerd, ik heb erg genoten van dit seizoen. Toch kan ik het idee dat we naar een soort deleted scenes hebben zitten kijken niet loslaten. Alsof dit seizoen een restant was van de ideeën die de eerdere seizoenen niet haalden. Het is te hopen dat, als er een seizoen vijf komt, we weer wat originele, hartverscheurende, breinbrekende dilemma’s voor onze kiezen krijgen. En ach, tot die tijd is er altijd nog Friends.
Wat vond jij van dit seizoen? Viel het mee of viel het tegen? Laat het weten in de comments!